Aardappelen
Resistentie en klimaat steeds belangrijker bij rassenontwikkeling
“Kwaliteit moet goed zijn, maar opbrengst staat voorop” Agrico Research is gevestigd in Bant (Noordoostpolder) en beschikt over een eigen kassencomplex van 4.000 vierkante meter, dat wordt gebruikt voor ontwikkeling van nieuwe aardappelrassen en intensief onderzoek
Aardappelbedrijf Agrico is een wereldspeler op het gebied van nieuwe aardappelrassen, pootaardappelen en consumptieaardappelen. Het ontwikkelen van innovatieve rassen, die passen bij verschillende klimaten en markten, vormt een belangrijk onderdeel binnen het bedrijf. “Om lokale markten nog beter te bedienen, hebben we inmiddels in meer dan 80 landen een vestiging of vertegenwoordiging,” aldus exportmanager Eric Vos. Agrico is grote aardappelcoöperatie met meer dan 800 actieve leden, die gezamenlijk alleen al 500.000 ton pootaardappelen telen. Een groot deel daarvan is bestemd voor export. Eric is exportmanager pootaardappelen bij Agrico en samen met vijf andere collega-exportmanagers verantwoordelijk voor de wereldwijde verkoop van het pootgoed. “We verhandelen ons pootgoed naar zo’n 85 verschillende landen. Zelf houd ik me bezig met de Nederlandse, Belgische en Duitse markt, en ben vooral gericht op aardappelrassen voor Agrico heeft ook een eigen afdeling tafelaardappelen. Hier telen we een divers aanbod van biologische en gangbare Agrico-rassen voor de retail en verwerkende industrie. Met ongeveer 65 aangesloten biologische telers en een areaal van ruim 570 hectare is Agrico zelfs de grootste leverancier van biologisch geteelde consumptieaardappelen. De consumptieaardappelen vinden o.a. via dochteronderneming en groothandel Leo de Kock hun weg naar de schappen
78
AGF Primeur 1 • 2022
Tarim in Turkije, Interseme in Slovenië en Agrico PSA in Kenia.
De exportmanager merkt op dat deze dochterondernemingen hoofdzakelijk bedoeld zijn voor het bedienen van de lokale markt. “Om enkele voorbeelden te noemen: het exporteren van pootgoed naar Canada is niet toegestaan, Frankrijk verkiest pootgoed geteeld in eigen land en de fritesindustrie. Andere belangrijke voor de Poolse markt is het prijstechnisch bestemmingen in Europa zijn bijvoor- gunstiger om klasse A pootgoed daar te beeld Spanje en Italië. Ook doen we veel telen, dan vanuit Nederland te exporteren. in Oost-Europa, waaronder de Balkan en Onze internationale productie breidt zich Polen. Onze grootste overzeese afzet- langzaam uit. In Frankrijk zien we bijvoormarkten zijn Algerije, Egypte, Syrië, Cuba, beeld dat de teelt van pootaardappelen Bangladesh en Marokko.” voor de fritesindustrie toeneemt. Er zijn daar meer uitbreidingsmogelijkheden dan LOKALE MARKT BEDIENEN MET in Nederland qua aardappelteelt.” LOKALE PRODUCTIE Het exportseizoen voor pootaardappe- GOEDE OOGST EN HOOG RENDEMENT len begint in oktober met pootgoed voor Hoewel de klimatologische omstandigde vroege overzeese bestemmingen. heden, behoeften in de markt en eisen Dit loopt door tot halverwege januari, en regelgeving op gebied van gewasbewaarna het eerste pootgoed in Zuid-Eu- schermingsmiddelen in elk land anders ropa wordt afgeleverd. Vervolgens zijn zijn, geldt voor elke markt dat een goede Oost- en Noordwest-Europa in maart en oogst en een hoog rendement de belangapril aan de beurt. Het grootste deel van rijkste voorwaarden zijn. Eric: “Bij de teelt de Agrico-pootaardappelen is van Hol- voor de fritesindustrie bijvoorbeeld staat landse bodem. Het areaal in Nederland opbrengst nog steeds op nummer 1. De telt 15.000 hectare. Daarnaast heeft het rassen moeten vanzelfsprekend kwaliteit bedrijf diverse buitenlandse dochteron- opleveren, maar nu de kosten stijgen en dernemingen, waaronder Desmazières in de prijzen omhoog moeten, is een hoog Frankrijk, Parkland in Canada, Agrico UK, rendement gewoon heel belangrijk. Alles Agrico Polen, Agrico Nordic in Zweden, AR wordt duurder en iedereen in de keten