De gamay noir à jus blanc, die in de Beaujolais gecultiveerd wordt, gedijt goed op arme bodems met een toplaag van granietzand, graniet dat tot fijne korrels is verpulverd. De beste delen van
de Beaujolais, het gebied van de tien crus en AOP Beaujolais-Villages, hebben bodems met veel graniet. De rijpingscondities op de graniethellingen van Haut-Beaujolais zijn gunstiger dan in het
zuidelijke deel van de Beaujolais. Het noordelijke deel van de Beaujolais wordt ook om die reden als kwalitatief superieur beschouwd.
De samenstelling van de toplaag in de Beaujolais heeft invloed op de wijnen die ervandaan komen: •
Is het graniet vermengd met zand, dan hebben de wijnen veel fruit en verfijning. Ze zijn al jong drinkbaar.
• •
Is de toplaag rijker aan klei, dan hebben de wijnen meer kleur en vaak meer structuur.
Staan de wijnstokken op puur graniet of op een vulkanische bodem, dan hebben de wijnen
een minerale expressie, is de tannine wat nadrukkelijker aanwezig en hebben de wijnen wat meer potentieel om te rijpen.
Soms liggen de wijngaarden in het noordelijke deel van de Beaujolais wel op een granieten
bodem of een variant daarvan, maar liggen ze zó hoog op de hellingen dat de druiven niet altijd
even gemakkelijk rijpen. Deze wijngaarden hebben niet de kwaliteit van een cru en behoren tot de appellation Beaujolais-Villages.
Het zuidelijke deel van de Beaujolais, ten zuiden van Villefranche-sur-Saône, wordt Bas-
Beaujolais genoemd. Dit deel is vlakker en beduidend minder heuvelachtig dan het noordelijke deel. Zoals gezegd ligt het graniet hier zeer diep in de bodem. Op het graniet ligt een dikke laag kalksteen, dat veel jonger is en rijk is aan fossielen uit voormalige zeeën. De toplaag
bestaat uit nog jonger sediment, zoals rode leemaarde en klei. De bodem in Bas-Beaujolais is over het algemeen rijker dan in Haut-Beaujolais. Dit is het gebied van de ‘gewone’ AOP
Beaujolais. De gamay geeft van de alluviale bodems in Bas-Beaujolais gulle, soepele, fruitige en ongecompliceerde wijnen, lichter en minder stevig dan de beste exemplaren uit Haut-Beaujolais. Het gebied ten zuiden van Villefranche-sur-Saône is bekend om de okerkleurige stenen die er liggen, de zogenaamde pierres dorées.
10.4 Klimaat Het klimaat in de Beaujolais is gematigd semicontinentaal. Het is klimatologisch gezien een
overgangsgebied: er zijn continentale, atlantische en mediterrane invloeden te vinden. De bergen in het westen van de Haut-Beaujolais houden koude en natte lucht uit het westen tegen. In de
winter kan er aan de voet van het Centraal Massief, dat ten westen van het gebied ligt, sneeuw
vallen. De zomers zijn warm. Het weer kan in de Beaujolais plotseling omslaan en onweersbuien met hagel kunnen grote schade aanrichten. Jaarlijks valt er in de Beaujolais gemiddeld 750 mm regen.
Hoofdstuk 10 - Beaujolais (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
187