Het herstel en de herstructurering van de wijngaarden heeft veel tijd en geld gekost. Na de drie
wijngaardrampen volgden de Eerste Wereldoorlog, de economische crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en de winter van 1956, die voor veel wijnstokken dodelijk was. Regulering was er ook: midden in de grote economische crisis, in juli 1935, werd het systeem van de Appel-
lations d’Origine Contrôlée (AOC) van kracht. Vanaf 1936 kreeg een aantal productiegebieden een eigen AOC, waarvoor Châteauneuf-du-Pape al in 1923 de blauwdruk leverde. Keizer Napoleon
Bonaparte had feitelijk door het verplicht stellen van het kadastraal registreren van namen en herkomstgegevens een belangrijke basis gelegd voor het appellationsysteem.
De eerste vijftien jaren na de Tweede Wereldoorlog waren voor de Franse wijnbouw zeer
moeilijk, omdat het platteland ontvolkt dreigde te raken. Jongeren zagen geen toekomst meer in de landbouw, de wijnbouw in het bijzonder, en trokken steeds vaker naar de stad om daar hun geluk te beproeven. Pas rond 1960 was men de crisis daadwerkelijk te boven. Pierre
Poupon, een Bourgondische wijnproducent en publicist, heeft eens gezegd dat de komst van de enjambeur de redding van de Franse wijnbouw is geweest. De enjambeur, een tractor
die specifiek is gebouwd voor het werk in de wijngaard, luidde het begin van het tijdperk van mechanisatie in.
Decennia van grote bloei en een mondiaal ijzersterke positie Eind jaren zestig van de twintigste eeuw werd een nieuwe kwaliteitsgroep in het leven geroepen: Vin de Pays. Eigenlijk was deze bedoeld als aantrekkelijk alternatief voor de categorie Vin de
Table. De nieuwe vins de pays werden echter iets hoger gepositioneerd dan de vins de table. In
1973 werden er wettelijke regels voor de nieuwe groep opgesteld en werden er tal van productiegebieden wettelijk afgebakend. In het midden van de jaren tachtig ging de kwaliteitscategorie Vin
de Pays echt goed functioneren. Deze categorie bleek een creatieve vondst en een aantrekkelijke vervanger van wat eerst de laagste marktpositie innam. Vins de pays bleken een betrouwbare
kwaliteit voor een gunstige prijs te leveren. Daarom ontwikkelden ze in Frankrijk zelf en op vele
exportmarkten een positief imago en een sterke positie. De nieuwe categorie bleek juist op tijd te
zijn gekomen. Een deel van de wijngaarden die bestemd waren voor het leveren van ‘slobberwijn’ werd gerooid en een ander deel werd bestemd voor de productie van vins de pays. Dit ging met de nodige subsidies gepaard. In deze periode stegen de gemiddelde prijzen van Franse wijnen aanzienlijk, vooral die van AOC-wijnen.
Het herstel dat in de jaren zestig van de twintigste eeuw aarzelend begon en in de jaren zeventig doorzette, duurde tot ongeveer 1990. De jaren 1960-1990 golden als een periode van groei met
horten en stoten; periodes van crisis en recessie werden afgewisseld met jaren waarin de markt
overspannen was. Bovendien golden voorspoed, groei, crisis en recessie niet voor elk gebied en niet voor elk gebied in dezelfde mate. Het was in de eerste plaats een periode van aanzienlijke
aanplant, vooral in de kwaliteitswijnbouwgebieden, die in het verleden veel areaal waren kwijtge-
18
Hoofdstuk 7 - Frankrijk algemeen (2022-2023) TERUG NAAR INHOUD