maar zo’n 17 hl/ha. De bodems bestaan uit kalkhoudende klei in het noorden en zandhoudende mergel in het zuiden. Het klimaat is warm en droog. Daarbij beschermen de nabije Dentelles de
Montmirail de wijngaarden tegen de mistral. De druif hier is muscat blanc à petits grains, die ook muscat de Frontignan wordt genoemd (naar het kustplaatsje Frontignan in de Languedoc, waar ook VDN gemaakt wordt). Er is ook een rode mutatie van deze druif, plaatselijk muscat à petits grains noirs genoemd, die kan bijdragen aan het karakter van Muscat de Beaumes-de-Venise.
Muscat de Beaumes-de-Venise verkrijgt zijn restzoet door het voortijdig stoppen van de alcoholi-
sche gisting (mutage), net als de VDN van Rasteau. Om de gisting te stoppen voegt men ook hier
wijnalcohol toe. Dit proces levert zoete versterkte wijnen op met een minimaal restzoetgehalte van wettelijk 110 gr/l en een alcoholpercentage van 15 procent. De druiven moeten minstens 252 gr/l
natuurlijke suiker bevatten. In het verleden waren veel hogere alcoholpercentages gebruikelijk, tot 22 procent. Dat maakte de wijn erg koppig en branderig. Tegenwoordig komen die hoge percentages nauwelijks meer voor.
Net als andere vins doux naturels is Muscat de Beaumes-de-Venise een zeer fruitige wijn met muskaataroma’s. Het prominent ‘druivige’ karakter van muscatwijnen vindt zijn verklaring in een vinifi-
catie die veel florale aroma’s in de wijn achterlaat. Dat vereist lage temperaturen. Tegenwoordig is
dat tot maximaal 20 °C. (Vroeger was de temperatuur hoger door de combinatie met een zeer koude voorbehandeling van het druivenmateriaal, waarbij de fermentatietemperatuur zeer geleidelijk
werd opgevoerd om optimale extractie van florale aroma’s te verkrijgen.) Na de mutage wordt de
wijn gefilterd of enkele keren overgestoken om de vergisting volledig tot stilstand te brengen. Opvoeding vindt plaats op roestvrij staal (voor modernere stijlen) of in betonnen kuipen (voor de wat meer oxidatieve stijlen). De botteling vindt meestal plaats in maart na de oogst. Voor de botteling vindt nog een koude stabilisatie op -4 °C plaats. Hiermee wordt het risico op nagisting in de fles verlaagd.
Lichte koeling brengt de frisheid van een Muscat de Beaumes-de-Venise optimaal tot uitdrukking
en drukt het relatief hoge alcoholpercentage wat naar de achtergrond. Deze wijn wordt op zijn restzoet probleemloos ouder. Maar na een paar jaar verliest hij het fruitige karakter, dat zijn voornaamste kwaliteit vormt. Jong drinken is daarom gebruikelijk. n Lirac
AOP Lirac beslaat circa 818 ha, goed voor een jaarlijkse productie van zo’n 20.000 hl. Het gebied van de appellation ligt naast dat van het veel bekendere Tavel. De reputatie van Lirac heeft in het verleden wat onder deze beroemde buurman geleden, maar dat is veranderd. Lirac wordt welis-
waar niet tot de topappellations gerekend, maar men produceert er aangename wijnen, die steeds
meer gewaardeerd worden. De productie is voornamelijk rood (87 procent), maar er wordt ook rosé (3 procent) en wit gemaakt (10 procent). Men werkt in hoofdzaak met grenache noir, met daarnaast syrah, mourvèdre en verhoudingsgewijs veel cinsault. Witte Lirac komt vooral van clairette, aangevuld met bourboulenc en grenache blanc.
Hoofdstuk 11 - Rhône (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
223