De Libournais, de naam voor de wijnbouwgebieden van Saint-Émilion en omgeving, telt in totaal zo’n 12.500 ha aan wijngaarden. Libourne ligt op de noordelijke oever van de Dordogne, ter
hoogte van de plaats waar de kleine rivier Isle in de Dordogne uitmondt. Rond Libourne bevat de bodem veel kalk en klei. Het kalksteenplateau van Saint-Émilion met zijn dunne toplaag en
poreuze kalksteen is een goed voorbeeld van calcaire à astéries (kalk van zeesterren). Veel hui-
zen en chateaus in Saint-Émilion zijn van kalksteen gebouwd. De kalkstenen bodems zijn arm,
maar houden het regenwater enigszins vast. Kalkstenen bodems geven druiven bovendien een
zekere aciditeit en frisheid. Wijnen van kalksteenbodems hebben in het algemeen weinig agressieve tannine en minder gewicht dan wijnen van kleibodems. Beroemd is de kleirijke kalksteenbodem
van Fronsac en Saint-Émilion, die molasse du Fronsadais wordt genoemd. De bodem van Pomerol
bevat veel klei, kiezel, zand en ijzer maar bijna geen kalksteen. Dichte kleibodems zijn kenmerkend voor het plateau van Pomerol. De kiezels in de bodem zorgen hier voor een snellere rijping van de
druiven. Rond Bourg, verder stroomafwaarts, bevinden zich vooral kalksteenhoudende kleibodems. In de Blayais, zoals het gebied rond de stad Blaye wordt genoemd, is de bodem wat gevarieerder. De bodem daar bevat kalksteen, klei, zand en kiezel.
8.4
Klimaat
Het klimaat beïnvloedt de wijnbouwproductie in kwantitatieve en kwalitatieve zin, meer nog dan de
bodem dat doet. Ook bepaalt het klimaat de verbouw van bepaalde druivenrassen. Dat druivenrassen uit het Middellandse Zeegebied niet gedijen in de Bordeaux, is onder meer het gevolg van een voor deze druiven te laag temperatuurgemiddelde. De Bordeaux heeft een gematigd zeeklimaat, met doorgaans een zonnige herfst, een zachte winter, een vochtige lente en een aangenaam
warme zomer. De jaarlijkse hoeveelheid zon ligt ruim boven de 2.000 uur. De gemiddelde jaartem-
peratuur van 13 °C is hoger dan in de Bourgogne, hoog genoeg voor het succesvol verbouwen van
laatrijpende druivenrassen als cabernet sauvignon. De gemiddelde temperatuur in het groeiseizoen is bijna 18 °C. Het milde klimaat levert wijnen op die eerder subtiel zijn dan krachtig. De rijping
van de druiven verloopt meestal geleidelijk. Over het algemeen is het klimaat in Saint-Estèphe, de noordelijkste gemeenteappellation van de Médoc, iets koeler dan in Pessac-Léognan, de zuide-
lijkste gemeenteappellation. De hoeveelheid neerslag varieert van jaar tot jaar en van gebied tot gebied.
De belangrijkste klimatologische factoren in de Bordeaux zijn: • • • •
de ligging rond 45° NB, die een relatief warm klimaat garandeert; de nabijheid van de Atlantische Oceaan; het grote estuarium van de Gironde;
de verschillende rivieren in het gebied.
De nabijheid van de Atlantische Oceaan (met zijn warme Golfstroom) en de brede riviermond van
de Gironde zorgt voor niet al te grote temperatuurverschillen. De beide watermassa’s hebben een
38
Hoofdstuk 8 - Bordeaux (2022-2023) TERUG NAAR INHOUD