over de nieuwe regels en procedures. In juni 2011 werd een nieuw klassement gevalideerd, dat in 2012 het licht zag. Het klassement van 2012 heeft de goedkeuring van het INAO, de Commission
de Classement en de Franse overheid. De classificatie is uitgevoerd door een commissie van wijnprofessionals, van wie niemand uit de Bordeaux afkomstig is. In dit klassement zijn 82 eigendommen opgenomen (van 96 kandidaten), waaronder 18 premiers grands crus classés en 64 grands
crus classés. Opmerkelijk in deze laatste versie is dat Château Pavie en Château Angélus zijn
gepromoveerd tot premier grand cru classé met de A-status, een toppositie die jarenlang alleen
voor Château Cheval Blanc en Château Ausone was weggelegd. Gepromoveerd tot premier grand
cru classé zijn onder andere La Mondotte en Château Valandraud. Ook de nieuwe classificatie zal ongetwijfeld stof doen opwaaien. In 2021 hebben Château Cheval Blanc en Château Ausone besloten afscheid te nemen van het klassement. In 2022 volgde Château Angélus. n De vier ‘satellieten’ van Saint-Émilion
Lange tijd werden de wijnen uit de randgebieden van Saint-Émilion verkocht onder de naam SaintÉmilion. Een gerechtelijk uitspraak in 1921, bevestigd in hoger beroep in 1923 en door het hof van
cassatie in 1929, heeft bepaald dat de gemeenten in de randgebieden alleen maar de naam SaintÉmilion mogen toevoegen aan hun eigen naam. Het gaat hierbij om de volgende vier appellations, alle erkend in 1936: • • • •
Lussac-Saint-Émilion (1.440 ha);
Montagne-Saint-Émilion (1.600 ha); Puisseguin-Saint-Émilion (750 ha);
Saint-Georges-Saint-Émilion (200 ha).
Deze ‘satellietgebieden’ liggen alle aan de noordoostelijke kant van Saint-Émilion. De scheidslijn
wordt gevormd door de vallei van de Barbanne, een klein riviertje. Het landschap lijkt sterk op dat
van Saint-Émilion, maar het is iets meer golvend. De wijngaarden bedekken de flanken en toppen
van de glooiingen en heuvels. Het totale wijngaardoppervlak van de satellieten is een kleine 4.000 ha. Er zijn enkele terroirverschillen, die voor een deel het karakter van de wijnen bepalen. De bo-
dem van Lussac is zeer gevarieerd, met zanderige kleigrond in de hogere delen, kleiachtige kiezel-
grond in de dalen en klei-kalkgrond op de côtes. De bodem van Montagne-Saint-Émilion bevat veel kalksteen en op sommige plaatsen rode, zanderige klei. In Puisseguin bevat de bodem voornamelijk klei en kalksteen. Saint-Georges-Saint-Émilion heeft de meest homogene bodem. Sinds 1972 hebben de wijnbouwers in Saint-Georges het recht hun wijnen op de markt te brengen onder de
herkomstbenaming Montagne-Saint-Émilion, maar het merendeel van de producenten kiest toch
voor de eigen appellation. Over het algemeen worden de wijnen van Montagne-Saint-Émilion het meest gewaardeerd.
De wijnen van de vier satellietappellations zijn stuk voor stuk ‘kleine’ Saint-Émilions. Hun gemiddelde kwaliteit is goed en ze hebben een goede prijs-kwaliteitverhouding. Coöperaties spelen in de satel-
lietappellations een betrekkelijk grote rol. Als basisrassen dienen cabernet franc, cabernet sauvignon, malbec en merlot. Carmenère en petit verdot zijn als aanvullende rassen toegestaan.
Hoofdstuk 8 - Bordeaux (2022-2023)
TERUG NAAR INHOUD
97